Door jouw baby goed aan te leggen komt de melkproductie op gang. Hij krijgt de melk makkelijk uit jouw borst, waardoor de melkklieren aan het werk worden gezet. Daarnaast voorkom je met goed aanleggen problemen zoals pijnlijke tepels, doordat je kindje een goede grote hap kan nemen. Je tepel komt dan meer achterin zijn mondholte terecht, waardoor je tepel niet beschadigd raakt. Wanner de borstvoeding soepel verloopt, krijg jij als moeder vertrouwen en plezier in het voeden!

Houdingen

Er zijn verschillende houdingen om borstvoeding te geven. Zo heb je de Madonna houding, de Rugby houding, de Laid-back houding, en kan je ook liggend voeden. Er bestaat geen ‘beste borstvoedingshouding’, het gaat er namelijk om dat jij en je kindje het een fijne houding vinden! Je kan hierin afwisselen, maar dat hoeft niet. Als je het liefst altijd in dezelfde houding voedt, is dat natuurlijk ook goed.

Van borst switchen

Als je baby vaak de tepelhof masseert en maar weinig slikt, weet je dat je borst leeg is. Je kunt je baby dan je tweede borst geven. Het is overigens goed te horen als je baby een slok neemt; hij maakt dan een stotend uitademingsgeluidje.

De eerste dagen

De baby vaak aanleggen de eerste dagen na de geboorte, heeft een positieve invloed op de melkproductie in het begin én op de langere termijn. In het begin kan het best een paar minuten duren voordat de melk toeschiet, dus neem rustig de tijd voor het voeden. Verliest je baby wat gewicht? Dat is de eerste dagen normaal. Na ongeveer twee weken is het de bedoeling dat de baby weer terug is op zijn geboortegewicht.

Tips voor als het (nog) niet wil vlotten

Tegen het gehemelte van je baby zit een plekje dat de zuigreflex prikkelt. Als je je pink of tepel erop legt, zal hij onmiddellijk gaan zuigen. Door je baby naakt tegen je aan te leggen bevorder je deze reflex. Je baby heeft als het ware huidhonger. In de baarmoeder had zijn huid continu contact met het vruchtwater en de baarmoederwand, dus nu vindt hij het fijn om met z’n lijfje tegen jou of je partner aan te liggen. Hoe meer contact, des te meer aanraking hij voelt en hoe sterker de zuigreflex is.

Bronvermelding: